Stella werkt inmiddels al 2,5 jaar bij Goed geschud. Na haar Research Master Societal Resilience aan de Vrije Universiteit Amsterdam én jaarprogramma bij de BildungAcademie, werkt ze nu aan allerlei vraagstukken als organisatieadviseur.  

Heel leuk om zo eens wat meer te horen over Goed geschud en jouzelf, ik ben benieuwd! Laten we beginnen bij het begin. Waarom ben jij in oktober 2021 bij Goed geschud komen werken? 

Toen ik een master ging kiezen, heb ik bewust gekozen voor een onderzoeksmaster, omdat ik ervan houd om een onderwerp van begin tot einde te leren kennen en te begrijpen. Tegelijkertijd merkte ik, juist in het onderzoek, dat ik ook behoefte heb aan weten wat de impact van opgedane kennis is. Wat gebeurt er nou eigenlijk met de uitkomsten van al die onderzoeken?  

Vanuit die gedachte ben ik op zoek gegaan naar een baan waar ik inhoudelijke diepgang mét praktijktoepassing kon vinden. Na een zoektocht op internet kwam ik bij Goed geschud terecht. Toen ik de vacature las dacht ik: “Dit is precies wat ik ben: ze zijn op zoek naar mij!” De sollicitatiegesprekken die volgden bevestigde dit beeld alleen maar: het waren open gesprekken die mij er nog meer van overtuigde dat ik thuishoorde bij Goed geschud.  

Wat goed om te horen! En, klopte jouw verwachting dat je onderzoek en praktijk met elkaar kon verbinden? 

Dat bleek inderdaad te kloppen, dus die inschatting had ik gelukkig goed gemaakt. In ons werk leren we, soms meer dan we zelf doorhebben, echt veel over bepaalde thema’s. Voor mij geldt dit bijvoorbeeld voor het thema kansengelijkheid – in het bijzonder in het onderwijs. Pas als ik in gesprek ben met vrienden over zulke thema’s, merk ik hoeveel ik daarover weet. Dat komt door Goed geschud.  

Het mooie daaraan is dat ik niet dagenlang deskresearch heb zitten doen achter mijn bureau om hierover te leren. Mijn kennis doe ik op door in gesprek te gaan met mensen en partijen uit de praktijk. Zo zie ik hoe het er in die praktijk aan toegaat. Dat is bij Goed geschud ook echt de manier van werken en leren.  

Hoe zit dat dan precies: zijn dit echt ‘jouw’ thema’s, of kan iedereen over alles leren? 

We hebben het er wel eens over gehad of we meer met specialisaties zouden moeten werken. Dat iemand écht expert is op een thema. Enerzijds zou het goed kunnen zijn voor Goed geschud. We kunnen dan laten zien dat we inhoudelijke experts kunnen leveren. Anderzijds vind ik het ook een kracht van Goed geschud dat we juist van bepaalde onderwerpen heel veel afweten, zonder dat we daar continu mee aan het pronken zijn.  

Voor allebei iets te zeggen dus. Stel dat jullie de keuze zouden maken om wel met die specialisaties te gaan werken, welke zou er dan bij jou passen? 

Op dit moment houd ik me veel bezig met de Rijke Schooldag. Daarbij is ons doel om kinderen van 0 – 18 jaar van opstaan tot slapengaan een omgeving te bieden waarin zij gestimuleerd worden, zelfvertrouwen kunnen ontwikkelen en nieuwe ervaringen kunnen opdoen. Dat is iets waar ik wel expert in zou willen worden – om nog meer te leren over hoe je zo’n Rijke Schooldag op de beste manier inricht.  

Het afzonderen van onderwerpen vind ik toch ook lastig, omdat thema’s in het sociale domein niet op zichzelf bestaan. Neem een gezin waarin kinderen weinig kansen krijgen. Dat heeft vaak te maken met stress thuis, bijvoorbeeld over of de rekeningen nog wel betaald kunnen worden. Dat laat geen ruimte over om extra aandacht aan kinderen te besteden. Bestaanszekerheid speelt hierbij dus ook een rol. Zo hangen thema’s met elkaar samen. Het goed inrichten van een integrale aanpak zou daarom ook iets zijn waar ik (nog) beter in zou willen worden.  

Dat is ook iets waar wij als Goed geschud wat mij betreft nog meer in zouden kunnen doen – nog sterker aangeven dat als je echt impact wilt maken, je thema’s aan elkaar moet verbinden.  

Interessant: iets wat Goed geschud dus nog zou kunnen verbeteren. Zijn er ook dingen die al zo goed gaan, dat Goed geschud ze wat jou betreft over tien jaar nog op dezelfde manier mag doen?  

Het kritisch zijn óp en nieuwsgierig zijn náár de vragen van opdrachtgevers. Om de juiste doelen te bereiken, moeten we immers eerst weten of we de juiste vraag aan het beantwoorden zijn. Dit doen we al goed: we vragen vrijwel altijd door tot we er zelf ook van overtuigd zijn dat we de juiste vraag of uitdaging hebben gevonden.  

In een van mijn eerste gesprekken vlak nadat ik was gestart, gebeurde dit ook. Ik zat met collega Marlies in een gesprek met een opdrachtgever en zij was niet bang om kritische vragen te stellen. Ik weet nog dat ik me afvroeg hoe dit zou vallen, maar de opdrachtgever was hier juist blij mee.  

Klinkt goed! Is dat ook wat Goed geschud echt onderscheidt van andere bureaus, of zit dat in andere dingen? 

Dat is een belangrijk stuk, gecombineerd met het feit dat wij altijd echt naar situaties toegaan. We zoeken de praktijk en onze doelgroep actief op. Maar dat echt tot de kern komen met elkaar én daar dan iets aan willen doen vanuit intrinsieke motivatie, dat kenmerkt ons absoluut.  

Zijn er ook dingen die je zou willen veranderen? 

Wat mij betreft zouden we ons palet aan opdrachten nog wat diverser kunnen maken – juist omdat er zo veel interessante onderwerpen zijn. Zelf zou ik thema’s als armoede, polarisatie of democratische vernieuwing interessant vinden. Ik denk dat we ook daar veel impact zouden kunnen maken.  

Klinkt als mooie thema’s inderdaad. Dan zoomen we weer even uit. Je besteedt natuurlijk veel van je tijd bij Goed geschud, wat betekent Goed geschud voor jou?  

Na mijn studententijd had ik eigenlijk niet veel zin om te gaan werken. Toen zag ik voor me dat werken maar saai, zwaar of eentonig zou zijn. Inmiddels weet ik dat dit bij Goed geschud gelukkig niet zo is. Dat komt denk ik door de fijne, veilige omgeving die Goed geschud is. Je wordt hier uitgedaagd om nieuwe dingen te leren. Dat is niet altijd een warm bad: uit je comfortzone stappen kan ook heel spannend zijn. Ik vind het dan fijn dat ik weet dat zelfs als ik er een shitzooi van maak, het uiteindelijk ook goed komt. Er is ruimte om fouten te maken en daarvan te leren.  

We zijn daarnaast ook gewoon een heel fijn team. We kunnen hard zijn op inhoud en daar kan het wel eens schuren, maar op een goede manier. Dan zijn we kritisch op elkaar en wat we doen, maar nooit op een vervelende manier en altijd om er samen beter van te worden. De cultuur hier is dat je goed bent, dat je wordt gewaardeerd, maar niet op een gezapige ‘iedereen-vindt-elkaar-zo-lief’ manier. Dat bevalt mij wel. 

Dat klinkt als een fijne plek: mooi zo. Is dit ook wat ’s ochtends maakt dat jij zin hebt om naar je werk te gaan? Of heb je daar eigenlijk geen zin in? 

Gelukkig heb ik vrijwel altijd zin om te gaan werken. Dat komt denk ik doordat ik elke dag wel iets nieuws leer en elke dag anders is. Dat moet je liggen, maar bij mij past dat goed. En, hoe cliché ook, het is gewoon altijd gezellig op kantoor. We kunnen met elkaar knetterhard werken, maar ook dan hebben we het nog leuk met elkaar. Als kers op de taart geloof ik dat als wij met elkaar ergens aan werken, dat we dan écht iets kunnen betekenen voor de maatschappij. 

Dat lijken mij inderdaad allemaal goede redenen. Je zegt dat je elke dag iets leert: wat is jouw meest recente inzicht?  

In gesprekken valt mij steeds vaker op dat ik over bepaalde thema’s echt veel geleerd heb. Dat mag ik dan ook zelfverzekerd en met overtuiging uitdragen. In gesprekken kan ik soms de neiging hebben om mij wat meer op de achtergrond te begeven, maar recentelijk heb ik steeds meer het inzicht dat dit niet nodig is. Mijn kennis is echt relevant en daar mag ik trots op zijn. Dat is heel leuk om te merken.  

Wat een fijn inzicht inderdaad, fijn om dat zo te merken. Dan de slotvraag: hoe maak jij het verschil op jouw werk?  

Los van de inhoud, kan ik het verschil maken door mensen echt te zien. In een team of situatie vind ik het belangrijk om na te gaan of iedereen heeft gedeeld wat gedeeld moet worden. Ik geloof ook in die aanpak. Door iedereen te horen kan je ieders kwaliteiten en talenten het best benutten en dat leidt, wat mij betreft, tot het beste resultaat en daarmee de meeste impact.